Een gelijkzijdige driehoek is een driehoek waarvan alle drie de zijden precies even lang zijn. Als de zijden van een driehoek exact even lang zijn, weet je automatisch ook dat de hoeken even lang zijn, namelijk 60 graden.
Hierin,Wat is de schuine zijde in een driehoek?
Als we kijken naar hoek B (∠B) dan is AC de overstaande rechthoekszijde van ∠B en AB de aanliggende rechthoekszijde van ∠B. Zijde BC is de schuine zijde. Deze noemen we ook wel de hypothenusa. Met de formule sinus = overstaande rechthoekszijde / schuine zijde kunnen we de hoeken en zijden berekenen in een rechthoekige driehoek.
Op deze manier,Wat is een rechthoekige driehoek?
sin ∠ = overstaande rechthoekszijde / schuine zijde ⇒ SOS. cos ∠ = aanliggende rechthoekszijde / schuine zijde ⇒ CAS. tan ∠ = overstaande rechthoekszijde / aanliggende rechthoekszijde ⇒ TOA. Als we 2 hoeken van een rechthoekige driehoek weten, kunnen we de 3e altijd berekenen met de Stelling van Pythagoras .
gewoon zo,Wat is de hoogte van de stompe driehoek?
Bij een stompe driehoek liggen twee van de drie hoogtelijnen buiten de driehoek. Bij een stompe driehoek ligt het hoogtepunt buiten de driehoek. De hoogte van een driehoek kun je uitrekenen met de driehoek rekenmachine hieronder. Hierbij is zijde c de basis en wordt de hoogte dus bepaald door hoogtelijn h c.
Is de lengte van de rechthoek gelijk aan de hoogte van de driehoek?
Eenvoudig gezegd bereken je dus eerst de oppervlakte van de rechthoek en neem je daar de helft van. Nu is de lengte van de rechthoek gelijk aan de lengte van de zijde die de basis is van de driehoek en de breedte van de rechthoek is gelijk aan de (bij de basis horende) hoogte van de driehoek.
Wat is een zijde in een rechthoekige driehoek?
In een rechthoekige driehoek is een zijde te berekenen als beide andere zijden gegeven zijn. Je gebruikt hiervoor de Stelling van Pythagoras: (ene rechthoekszijde)2 + (andere rechthoekszijde)2 = (schuine zijde)2 Of ook wel bekend als: a2 + b2 = c2, waarbij a en b de rechthoekszijden zijn en c de schuine zijde is.
Wat is een gelijkbenige driehoek?
In het geval van een gelijkbenige driehoek heeft de driehoek twee óf drie gelijke zijden. Een gelijkzijdige driehoek is dus altijd een gelijkbenige driehoek, maar een gelijkbenige driehoek is niet perse een gelijkzijdige driehoek.
Wat is de hoogte van de driehoek?
Oppervlakte driehoek = (BASIS x HOOGTE)/2. De basis is één van de zijden van de driehoek, in ons voorbeeld is de basis altijd zijde c. Zoals gezegd wordt de hoogte van de driehoek bepaald door een lijn die loodrecht op de basis staat en uitkomt in de tegenoverliggende hoek ( hoek C ).
Wat is De oppervlakte van een driehoek?
De oppervlakte van een driehoek kan worden berekend met behulp van de volgende formule: Oppervlakte driehoek = (BASIS x HOOGTE)/2
Wat is het oppervlak van een driehoek?
De algemene formule voor het berekenen van het oppervlak van een driehoek is: 1/2 x de lengte van de hoogtelijn x de lengte van de basislijn. oftewel: oppervlakte driehoek = 1/2 x basis x hoogte. Waarbij je eerst de basis x de hoogte uitrekent en deze daarna met 1/2 vermenigvuldigt.
Hoe bereken je de omtrek van de driehoek?
De omtrek van de driehoek kun je berekenen door de lengte van de 3 zijden bij elkaar op te tellen: Omtrek = zijde a + zijde b + zijde c
Wat is de som van 3 hoeken in een driehoek?
In een driehoek is de som van de 3 hoeken altijd 180°. Als je van 2 hoeken weet hoe groot deze zijn, dan kun je de derde hoek berekenen, omdat je weet dat de som van de 3 hoeken 180° moet zijn.
Wat is een loodlijn in een driehoek?
In een gelijkbenige driehoek moet je een loodlijn tekenen om hoeken te berekenen met sinus, cosinus en tangens. Sin (∠ A) = overstaande rechthoekszijde van ∠ A schuine zijde Cos (∠ A) = aanliggende rechthoekszijde van ∠ A schuine zijde Tan (∠ A) = overstaande rechthoekszijde van ∠ A aanliggende rechthoekszijde van ∠ A
Wat is een driehoekige driehoek?
Gebruik formule: oppervlakte driehoek = 1/2 x basis x hoogte = 1/2 x AB x CD. Invullen levert: oppervlakte = 1/2 x 5 x 4,5 = 11,25 cm 2. Voorbeeld 3 (afb. 3) Gegeven een stomphoekige driehoek KLM met KL = 3 en LM = 5.
Wat is De oppervlakte van de driehoek?
Bewijs Oppervlakte driehoek. Dus de oppervlakte is de helft van de rechthoek die om de driehoek heen past. En deze ‘omvattende’ rechthoek heeft als oppervlakte: lengte x breedte = AB x BE (en BE = DC). Dus de oppervlakte van ABC is de helft van AB x BE. Dus Opp (ABC) = 1/2 x AB x CD, ofwel een 1/2 x basis x hoogte.