Bij het samenhaken haak je soms meerdere steken achter elkaar samen, maar vaker zal dit om de zoveel vasten zijn. Een klein voorbeeld: Haak elke derde en vierde vaste samen (= 18). Haak elke tweede en derde vaste samen (= 12). Haak elke twee vasten samen (= 6).
aanvullend,Hoe haak je in één steek twee vasten?
Dit bereik je door in één steek twee steken te haken, soms in elke steek, maar vaker met enkele steken ertussen. Een voorbeeld: Maak een magische ring met zes vasten (= 6). Haak in elke vaste twee vasten (= 12). Haak in elke tweede vaste twee vasten (= 18). Haak in elke derde vaste twee vasten (= 24).
Dan,Hoe heb je halve vasten gehaakt?
Hier zie je hoe je een halve vaste kunt haken. Steek je haaknaald in de tweede lus van je lossenketting en trek de draad erdoor. Je hebt nu twee lussen op je haaknaald staan. Net als op deze foto (Maar hier zijn al wel een paar halve vasten gehaakt).
Ook om te weten is,Wat kun je haken met een haaknaald?
Met een draad en een haaknaald kun je “stoffen” in allerlei patronen haken. We kennen verschillende soorten haakwerk: Het gewone haken. Tunisch haakwerk met een lange gladde naald waarbij men alle steken over de gehele breedte van het werk opneemt en daarna de steken twee aan twee afhaakt. Guimpe haakwerk met een guimpevork en een haaknaald.
Wat is een vaste haak?
Een vaste haken: als je ernaar kijkt, dan zie je dat er bovenaan een V-tje verschijnt, gevormd door 2 lusjes. Elk V-tje hoort bij één vaste. Als we in de vasten willen gaan haken, dan steken we de naald onder beide beentjes van het V-tje. Soms zie je in een patroon vermeld staan: haak alleen in de achterste of alleen in de voorste lus.