Je kan breuken dus ook zo gelijknamig maken: Bereken het KGV van de noemers van de ongelijknamige breuken. Schrijf de breuken om naar breuken met dit getal in de noemer. De rekenmachine maakt de breuken gelijknamig op basis van het Kleinste Gemene Veelvoud.
Daarnaast,Hoe maak je een gelijknamige breuk?
Dit kan je doen door bij beide breuken, de teller en noemer van die breuk met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. De breuken 6/24 en 4/24 zijn gelijknamige breuken. We kunnen de breuken 1/4 en 1/6 ook gelijknamig maken door met andere getallen te vermenigvuldigen. 3/12 en 2/12 zijn gelijknamige breuken.
Naast boven,Hoe maak je twee breuken met ongelijke noemers gelijk?
Als je twee breuken met ongelijke noemers bij elkaar wilt optellen, moet je eerst de noemers gelijk maken. Het gelijkmaken van de noemers is soms een beetje lastig. Kijk eerst of de grootste van de twee noemers de nieuwe noemer kan worden. Dit kan als deze dit getal deelbaar door de kleinste noemer.
Men kan ook vragen,Kan je breuken optellen bij gelijknamige noemers?
Bij gelijknamige noemers kun je breuken optellen door de tellers op te tellen en door de gelijknamige, gemeenschappelijke noemer te delen. Nu de noemers in het voorbeeld gelijk zijn gemaakt, kunnen we de tellers dus bij elkaar optellen en het resultaat van de optelsom luidt dan: 27/45 + 35/45 = 62/45
Hoe optellen en aftrekken breuken?
Breuken kunnen je bij elkaar optellen en van elkaar aftrekken. Hoe dit precies werkt leggen we je hier uit. Methode. Voorafgaand aan het optellen en aftrekken van breuken moeten de noemers van de breuken gelijk zijn. Als de noemers gelijk zijn kunnen de tellers bij elkaar worden opgeteld of van elkaar worden afgetrokken. De noemer blijft gelijk.
Hoe kun je breuken van elkaar aftrekken?
Om breuken van elkaar af te trekken, moet je er zorgen dat de noemers van beide breuken gelijk zijn. Door bij één of beide breuken de teller en de noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal (en getal verandert immers niet als je het met 1 vermenigvuldigd) kun je er voor zorgen dat de noemers van de breuken gelijk worden. Bijvoorbeeld: 3/4 …
Hoe vermenigvuldig je twee breuken met elkaar?
Als je twee breuken met elkaar vermenigvuldigt, is er ook een snellere manier: vermenigvuldig de getallen boven de streep met elkaar en vermenigvuldig de getallen onder de streep met elkaar. Boven de streep: 3 x 8 = 24. Onder de streep: 4 x 9 = 36. Invullen en vereenvoudigen: x = =.