Vermenigvuldig de breuken. Eerst vermenigvuldigen we de tellers van de twee breuken met elkaar: 2 * 7 = 14. 14 is de teller van je antwoord. Daarna vermenigvuldigen we de noemers van de twee breuken met elkaar: 3 * 3 = 9. 9 is de noemer van je antwoord. Nu weet je dat 2/3 * 7/3 = 14/9.
dienovereenkomstig,Wat zijn de rekensommen met breuken?
Rekenen met breuken. Net als hoofdrekenen kunnen rekensommen met breuken onderdeel uit maken van een assessment of intelligentie test. Op deze pagina leer je binnen een uur de meest gangbare bewerkingen met breuken oplossen. We behandelen het optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen van twee breuken.
Hiervan,Hoe doe je het delen van een breuk?
Het delen van een breuk door een breuk kan eerst wat verwarrend overkomen, maar is in wezen reuze eenvoudig. Het enige dat je hoeft te doen is het omkeren van de onderste of tweede breuk, om vervolgens beide breuken met elkaar te vermenigvuldigen!
Daarnaast,Wat is het getal delen door breuk?
Een getal delen door een breuk is hetzelfde als het getal vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk. Een breuk delen door een breuk is hetzelfde als de breuk vermenigvuldigen met het omgekeerde van de breuk.
Wat is het omgekeerde van een breuk?
Het omgekeerde van een breuk is wat het zegt, eenvoudig het verwisselen van de teller en de noemer. Zo meteen gaan we breuken delen door breuken middels de vermenigvuldiging met het omgekeerde van de noemer, maar nu bekijken we eerst een paar omgekeerden van breuken: Het omgekeerde van 3/4 is 4/3. Het omgekeerde van 7/5 is 5/7.
Is breuken optellen gelijknamig?
Breuken optellen. Bij het optellen van breuken is het van belang of de breuken gelijknamig of ongelijknamig zijn. Als de op te tellen breuken gelijknamigzijn, dan geldt voor de uitkomst: . teller = som van de tellers. noemer = noemer van de op te tellen breuken. Voorbeeld:2/4 + 1/4 . som van de tellers = 2 + 1 = 3 .
Hoe maak je breuken gelijknamig?
Je kan breuken dus ook zo gelijknamig maken: Bereken het KGV van de noemers van de ongelijknamige breuken. Schrijf de breuken om naar breuken met dit getal in de noemer. De rekenmachine maakt de breuken gelijknamig op basis van het Kleinste Gemene Veelvoud.
Hoe kun je breuken bij elkaar optellen?
Om breuken bij elkaar op te tellen, moet je er eerst voor zorgen dat de noemers van beide breuken gelijk zijn. Door bij één of beide breuken de teller en de noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal (en getal verandert niet als je het met 1 vermenigvuldigd) kun je er voor zorgen dat de noemers van de breuken gelijk worden.
Hoe maak je een gelijknamige breuk?
Dit kan je doen door bij beide breuken, de teller en noemer van die breuk met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. De breuken 6/24 en 4/24 zijn gelijknamige breuken. We kunnen de breuken 1/4 en 1/6 ook gelijknamig maken door met andere getallen te vermenigvuldigen. 3/12 en 2/12 zijn gelijknamige breuken.
Kan je breuken optellen bij gelijknamige noemers?
Bij gelijknamige noemers kun je breuken optellen door de tellers op te tellen en door de gelijknamige, gemeenschappelijke noemer te delen. Nu de noemers in het voorbeeld gelijk zijn gemaakt, kunnen we de tellers dus bij elkaar optellen en het resultaat van de optelsom luidt dan: 27/45 + 35/45 = 62/45
Hoe deel je breuken?
Hoe deel je breuken? Wanneer je door breuken deelt, vermenigvuldig je met het omgekeerde. Er zijn echter verschillende soorten sommen, namelijk: Een heel getal delen door een breuk 6 : 1/3 =. Een breuk delen door een heel getal 1/2 : 4 =. Een breuk delen door een breuk 1/2 : 1/4 =. In deze voorbeelden gaan we niet uit van hele getallen met breuken.